Energie-Blog

André Jurres

Ook vorige week was er weer veel aandacht voor de diverse energievraagstukken. Dat we in Vlaanderen meer dan 1.5 miljoen gezinnen van het laag calorisch gas uit Nederland moeten veranderen naar hoog calorisch gas is een zekerheid. Onze Noorderburen bouwen waarschijnlijk in een sneller tempo hun leveringen af naar het buitenland toe vermits ze de winning van aardgas afbouwen.

 

De vele aardbevingen in Groningen nopen tot deze aktie en niemand weet of zelfs het huidig niveau van winning kan worden volgehouden. Opvallend is wel dat er weinig tot geen maatschappelijke discussie is geweest over mogelijke alternatieven voor het aardgas. Nu lijkt de aanpassing om van laag naar hoog calorisch gas te gaan de meest eenvoudige maar is het ook de beste oplossing?

 

Als land hebben wij duurzame doelstellingen te halen en het verbranden van een relatief schone fossiele brandstof als aardgas is zonde. In Nederland hebben ze niet voor niks beslist om op termijn te stoppen met het gebruiken van aardgas op grote schaal(lees iedereen die thuis verwarmt en kookt met aardgas). Nu zal het niet zo’n vaart lopen maar de uitspraak op zich mag al als opvallend genoemd worden.

 

Voor de grote technische oefening om 1.5 miljoen gezinnen fysiek te gaan bezoeken is het wellicht ook nodig om na te denken over alternatieven. Dat we meer dan een half miljard Euro gaan gebruiken om enkele zaken bij u thuis aan te passen voor een overgangsmaatregel blijft toch zonde.  Het is dus voor een deel weggegooid geld want je weet dat binnen Xjaar(lees x zo snel als mogelijk maar in ieder geval voor 2040-2050) het streefdoel is om de uitstoot van broeikasgassen met 80 tot 100% te reduceren.

 

Men had als signaal toch al minstens kunnen onderzoeken of er ook andere oplossingen mogelijk zijn want deze bestaan al.  Men had ook een onderscheid kunnen maken tussen stedelijke omgeving met zijn appartementen en individuele woningen. Tevens had men rekening kunnen houden met de leeftijd van de huidige infrastructuur om resoluut te kiezen voor duurzame technologieen.

 

Dat de eerste gesprekken van de gedwongen omwisseling van laag naar hoog calorisch reeds dateren van jaren geleden heeft wellicht de menselijke psyche al in een richting geduwd dat men zelfs geen rekening heeft gehouden met alternatieven. Gelukkig is het nog niet te laat om in ieder geval maatschappelijk deze vraag te stellen.

 

Zelfs al zou men maar 10% van bijvoorbeeld de grotere woningen met andere oplossingen uitrusten voor zijn verwarming (lees warmtepomp) en koken (elektrisch) dan nog zou dit een juist signaal geven.  Geen woorden maar daden.  Men zou zelfs kunnen overwegen om aan de individuele gezinnen de keuze te geven welke technologie ze wensen.  Vanzelfsprekend zoekt men ook naar de goedkoopste oplossing die liefst kan verdwijnen in de algemene middelen zodat er geen inspanning rechtstreeks dient gevraagd te worden.

 

De weldaad van luxe en kunnen koken met aardgas is allang geen luxe meer maar een vanzelfsprekendheid geworden net zoals schoon water.  En toch is het dat helemaal niet, grootste deel van de wereld heeft vaak geen enkele toegang tot dit soort zaken.  Doe daar de jarenlange bashing over van onze sector door zowat heel het politieke spectrum en je hebt de perfecte cocktail om toch maar verder te doen en niet teveel verandering te brengen.

 

De onthutsende cijfers deze week in een goed artikel in het Belang van Limburg over onze uitstoot en de race naar 2020 zeggen alles.  Ook al is er een vooruitgang op het vlak van uitstoot bij de gezinnen in hun huis, dit wordt volledig tenietgedaan door dezelfde gezinnen en hun consumptiegedrag.  Dat transport nu als de grote boosdoener wordt aangewezen mag dan technisch wel correct zijn, maar men vergeet al snel dat transportwagens rondrijden om aan onze behoeften te voldoen.  Import en export heeft een prijs en die komt met transport, consumptie of het nu via import of export is zorgt voor economische groei en dus directe welvaart en begrotingen die niet ontsporen.

 

De andere kant van de medaille is dat iedere economische groei ons voor een deel verder weg brengt van onze klimaatdoelstellingen.  Toch zeker als deze groei gebaseerd blijft op dezelfde parameters als in het verleden.  Onze model van absolute groei met minstens 2% per jaar zorgt bijna automatisch voor 2% meer energievraag in de wereld en dat is niet houdbaar.  Ondanks deze kennis gaat men voorbij aan dit maatschappelijk vraagstuk en gaat er te weinig aandacht naar het veranderen van ons economisch model.  Het ontwikkelen van een duurzaam groeimodel weg van absolute groei is een enorme uitdaging die vooral tussen de oren zit.

 

Het uitblijven van enige vooruitgang in België bij het vaststellen van een energievisie voor de toekomst zegt veel, het momentum is snel aan het vervliegen gezien de verkiezingen steeds dichterbij komen en het lijkt steeds waarschijnlijker dat men deze vraagstukken naar een volgende regering gaat duwen.  Gelukkig zijn er nog positieve signalen door onze Vlaamse minister van energie dhr. Tommelein, die in ieder geval nieuwe paden durft te onderzoeken zoals de bouw van een waterstofcentrale gevoed door onze toekomstige windmolenparken op zee.  Dat men in een studie eens de rekening opmaakt van een dergelijke oefening ten opzichte van bijvoorbeeld een energie atol (lees waterkrachtcentrale) waar sprake van is geweest.  In een studie dient men wel rekening te houden met een echte CO2 prijs van meer dan 100 Euro per ton zodat men appelen met appelen vergelijkt. Dit soort studies zijn niet alleen richtinggevend en nodig alvorens te beslissen, maar geven mede het signaal af dat men het meent met onze doelstellingen.