Vanaf vrijdagavond werd er in de media breed aangekondigd dat de gastarieven van de dominante marktpartij vanaf 1 september gaan stijgen voor de consumenten(en kmo’s) met 13 tot 20%! Verder werd er ook melding gemaakt van een prijsstijging van elektriciteit voor de kleine en middelgrote zakelijke bedrijven van 5% vanaf 1 september.
Onmiddellijk reageerden Testaankoop en Unizo dat dit niet kon zonder rechtvaardiging en overleg. Echter hier vergissen zij zich, in een “vrije markt†zoals we die op papier nu kennen in België, want iedere leverancier heeft het recht om zijn prijzen te zetten zoals hij wilt.  Dat hij hiermee te duur of te goedkoop is maakt niets uit zolang hij maar niet met verlies verkoopt. Â
De reactie van de bevoegde minister om aan de raad van mededinging een onderzoek te vragen naar deze prijsstijging is voorspelbaar alleen zal de uitkomst weinig soelaas bieden.  Het feit dat een partij dominant is één, aantonen dat deze misbruik maakt om hierdoor éénzijdig zijn prijzen te laten stijgen is een andere.  Men gaat hier voorbij aan het echte probleem en dat is dat de markt niet echt vrij is!
In energie heb je een volgorde van liberalisering en een aantal bouwblokken die samen een keten vormen. De blokken zijn productie en/of opslag, groothandelsmarkt, netwerk, klanteninformatie(beschikbaarheid en kwaliteit) en de verschillende klantensegmenten.
De volgorde van liberalisering is cruciaal wanneer men zeker wilt zijn dat de markt transparant zal werken tegen de best mogelijke prijs.
De volgorde is als volgt;
Productie; hier moet men voor voldoende evenwaardige concurrentie zorgen met een minimum van een viertal concurrenten. Meer detail vindt u in het voorgaande artikel.
Netwerk/opslag : er kan geen overlapping zijn tussen het blok netwerk/opslag en productie, hiermee bedoel ik dat bedrijven die actief zijn in bijvoorbeeld productie geen aandeelhouder kunnen zijn in netwerkbedrijven. Dit vooral daar dit geen onderdelen zijn in eerste instantie van vrije marktwerking en dus gereguleerd dienen te zijn en ten tweede er geen excuus mag gegeven worden dat partijen aan kruissubsidiëring kunnen doen.
Klanteninformatie : voor alle klanten zowel zakelijk als gezinnen dient er 1 database te komen waar alle gemachtigde partijen(met vergunning) verbruikersinformatie van hun klanten kunnen verkrijgen.  De “clearing house†dient dagdagelijks onder de bevoegdheid van de regulator te vallen.  Zoals ze dit bijvoorbeeld ook al doen voor de groene stroom en wkk certificaten.
Klantsegmenten : er dient in detail per klantsegment gekeken te worden of deze werkelijk een voldoende keuze hebben in de markt. Zoniet dient men ondersteunende maatregelen te nemen. Om de herverdeling van de markt op gang te brengen zou men via een KB of de raad van mededinging extra maatregelen kunnen opleggen aan de dominante marktpartijen door bijvoorbeeld te zeggen dat klanten bij deze partijen niet gebonden zijn en dus steeds weg kunnen indien ze dit wensen.  Dit kan men dan volhouden totdat het marktaandeel onder de 37% is gezakt(in hun respectievelijk marktgebied).
Buiten bovenvernoemde zaken zal men in een globaal masterplan voor alle onderdelen een beleid moeten uitstippelen die ervoor zorgt dat er voldoende marktwerking is en dat België een aantrekkelijk land wordt voor investeringen in de energiesector.  Een voorbeeld hiervan is bijvoorbeeld een duidelijke financieringsnota over hoe de overheid(en burger) de doelstelling wilt en kan bereiken van 20% duurzame productie tegen 2020.
Wordt zeker vervolgd.