Energie-Blog

André Jurres

De strijd om het laatste Nederlandse energiebedrijf Eneco schijnt nu echt te gaan beginnen.  Dat de hoogste bieder ermee aan de haal gaat is meer dan waarschijnlijk en begrijpelijk vanuit de aandeelhouders.  Dat dit niet per se in het belang van het bedrijf, land of regio hoeft te zijn evenzeer.

Met de waarschijnlijk verkoop van Eneco aan een buitenlandse partij komt een einde aan de Nederlandse energiemarkt van weleer.  De zogenaamde tientallen nutsbedrijven zijn sinds 2002 een voor een gesneuveld en vaak onder het mom van schaalvergroting en/of de anticipatie van de liberalisering die nieuwe spelers op de markt zou brengen.

Gek genoeg heeft de liberalisering en regelgeving nooit als bedoeling gehad dat de tientallen Nederlandse kleine en grote energiebedrijven zouden sneuvelen in dit krachtspel.  Dat schaalgrote niet altijd een oplossing is bewijzen de harde feiten als je kijkt naar de vernietiging van aandeelhouderswaarde voor bedrijven als E-on, RWE, Vattenfall, EDF, etc.

De meeste van deze bedrijven torsen vaak zware schulden mee en zijn vaak ontbonden in een netwerkbedrijf en een productie- en leveringsbedrijf.  Gelukkig zijn er steeds nieuwe spelers de markt opgekomen die tot op vandaag vaak innovatie met zich mee hebben gebracht.  Neem de hernieuwbare markt waar vooral nieuwe spelers meer dan 90% van de markt hebben ingenomen omdat de voormalige monopolisten niet geloofden in de snelle groei ervan.

De aandeelhouders hebben uiteindelijk en terecht de laatste en beslissende stem en zij kiezen voor een verkoop van Eneco.  Dat de miljarden Euro’s lonken is duidelijk alleen is het te hopen dat men deze gelden ook aanwendt voor de energietransitie en verduurzaming van onze samenleving en niet aan dure prestige projecten.

Ook nieuwe spelers in demand response, AI en blockchain toepassingen gaan waarschijnlijk veel sneller marktaandeel nemen dan de bestaande.  Innovatie is nodig in alle onderdelen van onze sector nu we voor de grootste uitdaging in de geschiedenis staan voor de mensheid.  Nooit eerder waren er zoveel mensen die zoveel energie vroegen.  Mijn vader leefde op 14-jarige leeftijd met 2 miljard lotgenoten, vandaag zijn we met fors meer dan 7 miljard mensen en we gaan naar de 9 miljard. Al deze mensen willen constant de beschikking hebben over instant informatie, dag en nacht, en kunnen reizen waar ze naar toe willen op ieder moment tegen een lage kost.

De toekomst zal uitwijzen of we met onze technologie iedereen hiervan kunnen voorzien maar we kunnen het best blijven werken aan onze eigen achtertuin.  Reizen is het nieuwe roken geworden las ik ergens online en daar zit wel een waarheid in.  Het bewustzijn van de impact op ons doen en laten is bijzonder klein. Ons dierbare plastic zakje hebben we enkele minuten nodig maar gaat 100 jaar mee.

Terugkomend op de nakende verkoop van Eneco zal deze zeker een impact hebben op de huidige koers die zij aan het varen zijn.  Een buitenlandse koper bepaald morgen de richting maar dat hoeft niet alleen slecht te zijn.  Als de collega’s van Eneco gewaardeerd worden kunnen zij zelfs voor sommige zaken een speerpunt worden.  Wellicht koopt weer een oliebedrijf Eneco gezien deze liever wedden op diverse paarden voor hun toekomst.

Persoonlijk vind ik de teloorgang van alle Nederlandse energiebedrijven vanuit strategisch oogpunt niet verstandig want morgen wordt het land wakker in een wereld waar energie meer dan ooit nodig is maar waar de knoppen om aan te draaien vooral in het buitenland zullen staan.

Ondertussen heeft de federale regering in België weer een goede stap in de richting gezet door nieuwe gebieden te gaan aanduiden om meer wind op zee te zetten.  Dat staatssecretaris van de Noordzee in België Dhr. De Backer zich hiervoor inspant is lovenswaardig en getuigd van meer slagkracht dan vele van zijn voorgangers.  Een gemiste kans vind ik het echter wel dat men toch niet wat meer visie aan de dag legt door mogelijke concessies in de toekomst te gunnen onder voorwaarde dat er ook meer geïntegreerd wordt gedacht zoals de bouw van opslag en windenergie om te zetten in diverse brandstoffen zoals waterstof.

Het is hiervoor dat men nog ondersteuning zou moeten geven en niet voor wind, windenergie gratis is een sprookje maar een concessie waarin partijen ook een inspanning doen in de andere delen van de productieketen en hiervoor beloond worden loont wel op lange termijn.  Dat men in Nederland nu hardop nadenkt over de introductie van een garantie van oorsprong voor groene waterstof zou de Belgische federale minister van energie Marghem op hetzelfde idee moeten brengen.