Vanaf het begin heb ik geprobeerd om te kiezen voor duurzame oplossingen voor ons bedrijf. Naast de grootschalige introductie van groene stroom in Vlaanderen in december 2002 hadden wij ook vanaf het begin een afwijkende car policy.
België staat bekend als dieselland. Leasemaatschappijen zijn er ook volledig op ingesteld en geven de beste prijs als je dieselt. Dieselen kost ook minder aan de pomp en het verbruikt ook iets minder. Tot zover allemaal dingen die we weten. Wat we echter niet wisten, is dat andere keuzes bestraft worden. Anno 2002 kozen wij voor bi-fuel wagens, LPG en benzine. Na een grondig onderzoek van in België populaire automerken zoals Audi, Volkwagen, BMW, Mercedes, etc…, kwamen we al snel tot de conclusie dat geen van deze merken bi-fuel ondersteunde. Sterker nog: als we ervoor zouden opteren LPG te laten inbouwen, zou de garantie van de wagen in het gedrang komen. Wat automatisch leidde tot een njet van de de leasemaatschappij. Niet toevallig bleven enkel de gekende Scandinavische merken over. We kozen voor Volvo en in geringere mate voor Opel (dat als enige niet Scandinavische merk door de leasemaatschappij werd voorgesteld).
Al snel bleek echter dat de autohandelaars enkele “details waren vergeten te vermelden…. De LPG-tank die was geïnstalleerd vanuit de fabriek was veel kleiner dan tanks die je later laat inbouwen. Daardoor was de autonomie van rijden op LPG bedroevend laag. 300 kilometer was zowat het maximum. U kunt zich voorstellen dat verkopers niet echt blij waren dat ze om de twee dagen naar de pomp moesten. In praktijk betekende dit dat men steeds overschakelde op benzine. Een kleine vergetelheid waar je echter als bedrijf wel drie à vier jaar mee zit (termijn van de leasecontracten).
Maar dit was niet alles. De screening van benzinestations die we hadden gedaan, bleek wel correct en er waren net voldoende mogelijkheden om de tank te vullen. Gaandeweg verdween echter het ene na het andere LPG-station. Dit is onbegrijpelijk op een moment dat benzine- en dieselprijzen zo snel stijgen.Â
Uit gesprekken met pomphouders werd mij al snel duidelijk dat zij geen interesse hadden om dergelijke tanks te behouden gezien de extra voorzieningen die zij moesten treffen. Bovendien waren gebruik en dus ook rendabiliteit aanzienlijk minder. Het gekende kip-en-eiverhaal. Een tendens die zich tot op vandaag doorzet en waardoor alleen grote snelwegstations nog LPG verkopen aan een premium prijs.
Tot slot bleek ook dat ondanks de installatie vanuit de fabriek de wagens meer onderhoud nodig hadden en geregeld defect waren. Het aantal klachten van onze initieel bijzonder enthousiaste LPG-chauffeurs werd iedere maand groter en de kosten per kilometer liepen hoger op dan oorspronkelijk gepland. Hoewel LPG nog steeds niet duurder was dan de andere brandstoffen, bleef er finaal geen voordeel meer over en verlangde men terug naar een lawaaierige diesel..
Nu vier jaar verder stellen we vast dat de weinige fabrikanten ook de moed hebben opgegeven en één voor één stoppen met het aanbieden van LPG-wagens. Ook zij voelen zich niet ondersteund door een pro-actief beleid. De leasemaatschappijen hebben ook bijgedragen tot deze stop door de meerkost voor LPG door te rekenen (lees: de wagen is na drie jaar gewoon minder waard).
Zo komt het dat we vandaag geen bi-fuel wagens meer hebben en iedereen terug op diesel rijdt. Onze ambitie is nog niet verdwenen maar LPG wel. Dit weekend meldde De Standaard dat men nu al kan kiezen tussen drie wagens. Deze worden echter zeker niet competitief aangeboden op de leasemarkt en zijn dus onbereikbaar op grote schaal.
Indien iemand suggesties of goede ideëen heeft, laat ze mij gerust even weten.